Vanaf de 13e eeuw
http://www.reenactor.ru/ARH/PDF/Whitehead.pdfMetalen gespen komen in Nederland sedert de Romeinse tijd voor. Er zijn Romeinse gespen bekend die vrijwel niet te onderscheiden zijn van exemplaren uit de 16e eeuw. Dit betekent dat functionele vormen lange tijd ongewijzigd bleven. In de 14e eeuw treffen we hoofdzakelijk gespen aan met een vierkante, ronde of een D-vormige beugel zonder tussenstijl. De angel loopt hierbij over de gehele breedte. In de 15e eeuw doet de tussenstijl zijn intrede en zal daarna lange tijd het beeld blijven bepalen. Aanvankelijk zien we de
tussenstijl eerst bij de vierkante en ronde beugels verschijnen waarna, in het midden van de 15e eeuw, een nieuwe vorm, de dubbel ovaal opgang maakt. De ronde beugel met tussenstijl raakt dan snel uit de mode. De beide andere vormen blijven, met kleine nuances, tot het einde van de 17e eeuw in gebruik. Als de gesp vanaf de 17e eeuw een vast modieus onderdeel gaat uitmaken van schoeisel worden talloze variaties op de bekende vormen vervaardigd. Het meest gebruikte metaal is dan messing. Hoewel we in deze periode ook tinnen gespen aantreffen, zal de produktie hiervan pas echt opgang komen als de losse tussenstijl wordt geïntroduceerd. De zeer aan slijtage onderhevige tussenstijl wordt dan van ijzer vervaardigd. Aan het einde van de 17e eeuwtot in het laatste kwart van de 18e eeuw, zien we overwegend
grote, fraai geornamenteerde gespen. Daarna komen de kleinere typen weer in zwang. Ook komt dan de schoenveter in de mode. Gespen worden doorgaans gerangschikt onder kleding-accessoires. Zij vinden hun toepassing behalve aan de gordel echter ook op ruitersporen, schoeisel, beurstassen,wapenuitrustingen en paardentuig.De vele toepassingsmogelijkheden maken een determinatie erg moeilijk en zeker als de gespen niet compleet zijn,
wat bij vondstexemplaren meestal het geval is. Gespen komen in vrijwel elke metaalsoort voor: ijzer, lood, nikkel, tin, messing, brons, zilver en goud. Soms werd een combinatie van metaalsoorten gebruikt. Verder zijn er gespen van been en hout bekend. Een gesp bestaat uit minstens twee onderdelen, een beugel en een angel. Vaak komt daar nog een tussenstijl of een beslagplaat bij. Bij schoengespen treffen we vaak een scharnierende beugel met haakpunten of vleugels aan. In een aantal gevallen is op de beugel een angelrust herkenbaar. Sommige gespen hebben een cilindervormige huls om de beugel. Deze dient om het aantrekken van de riem te vergemakkelijken