Zo'n jaar of vier geleden ben ik weer met deze fijne hobby begonnen, vroeger toen ik nog een ménneké was had ik al eens wat gesnuffeld met een scope (geloof ik). Toen in 1974 was dat nog met zo'n analoog metertje en één toon. Daarna, in de "wilde" jaren werd het zoeken van metaal verdrongen door het zoeken naar de meiden, enfin, het is mij toch altijd blijven boeien om te zoeken naar tastbare geschiedenis.
Dus vier jaar geleden heb ik een Fisher F22 aangeschaft en dat ging al een stuk geavanceerder dan vroeger. Nu met de Equinox 600 heb ik pas het gevoel dat er eigenlijk niets verborgen blijft.
Het prettige van deze detector is wel zijn toon, niet zo'n agressief piepje of vervelend gebrom, maar meer een rustig fluit toontje dat precies aangeeft wat er zich in de bodem bevind.
Ik heb hem ingesteld op vijf tonen, zodat de verschillen duidelijk hoorbaar zijn. Twee vind ik te weinig, en vijftig is wat veel van 't goede, veel te druk!
Ook de schaalverdeling van -9 tot 40 is ruim voldoende, alhoewel veel metaalsoorten min of meer dezelfde aanduiding geven (lood en loodlegeringen), maar op den duur herken je de soorten wel.
Je moet er een tijdje mee gelopen hebben, net zoals met alle detectors, maar mijn ervaring is zeer positief.
groet, framer