De prehistorie beslaat een inmens lange periode. Gaten in stenen boren, zie je vanaf het Neolithicum, en altijd in rotsig steen,
nooit geen vuursteen. Ook werden gaten geboord in hertshoorn, ander bot, hout enz. / Ongetwijfeld hebben ze bij het gebruik
van een groot brok vuursteen, bij het afslaan, de uitvallen kegels kalk, die eens koralen e.a. waren, gezien en getest.
ze zullen er ook wel een een stok doorgestoken hebben, maar omdat er betere opties waren, heeft dat geen ingang gevonden.
Het blijven inmiddels wel afslagen. Dus dat is geen natuurlijk proces geweest. Maar geen afgewerkte werktuigen.
Het is wel zo, dat als ik zelf iets vind, ik met zeer sterke loups en licht, het oppervlak afspeur naar sporen van slijp, afslagbulten,
die aangeven, waar de slag werd gegeven. Het is vanaf een foto wel mogelijk een gaaf artefact te herkennen, maar afslagafval
is veel moeilijker, en vaak moet dat in ongestoorde grond in situ bekeken worden zo het ligt. / Men was ook trots op hun werktuig,
dat het mooi was; Een statussymbool, met magische inslag. Dus in Nederland, waar de oudste culturen niet gevonden (kunnen)worden,
moet je altijd letten op regelmatigheid van het object, tenzij duidelijke breuken, die afsteken bij de rest van het object.