Er bestaan nogal wat verschillende merken en typen metaaldetectoren. De detector moet passen bij de categorie objecten waarnaar men wil speuren en bij
het materiaal of de bodem soort waarin het is verborgen. In tegenstelling tot wat regelmatig wordt beweert bestaat er niet zoiets als een Allround
metaaldetector die voor alle doeleinden geschikt is.
Deze term bestaat in de industrie eigenlijk niet maar mag best worden gebruikt in de hobby wereld omdat ermee bedoelt wordt dat hij voor zeer veel
verschillende grond- en metaal soorten geschikt is maar wanneer het voor professioneel gebruik bedoeld is, zoals transportband detectie of professioneel
veldwerk (boven of onder water), dan is het belangrijk te beseffen dat Allround toch echt wel zijn beperkingen heeft zodat naar het juiste systeem moet
worden gezocht.
Om tot de beste resultaten te kunnen komen zal er eerst moeten worden gekozen voor het juiste type metaaldetector bij een bepaalde opsporing.
Soms bestaat deze "metaaldetector" uit meerdere detectoren, vaak bij veldwerk of werkzaamheden onder water, zodat er gebruik moet worden gemaakt van
uiteenlopende systemen.
Niet zeldzaam worden er zelfs volledig andere instrumenten ingezet als ondersteuning bij de opsporing zoals diverse Sonar systemen en (D)GPS
(Differential Global Positioning System). Ook land meet apparatuur wordt vaak gebruikt bij opsporing's werkzaamheden op het land of kleinere rivieren
en/of meertjes.
Het verschil tussen de instellingen met haar detect "Systemen"
Systemen zijn uiteraard geen merken of typen metaaldetectoren, alhoewel dit soms verwarrend kan zijn. Vroeger werd er bijvoorbeeld gesproken over een
VLF metaaldetector waarbij VLF stond voor Very Low Frequentie (zeer lage frequentie) De vraag is uiteraard, wat is dan "zeer laag". In de wereld van de
metaaldetectoren voor veld gebruik moet men dan denken tussen ongeveer 1,5 tot 20 KHz.
1 KHz is 1000 Hz en betekend een wisselend uitgezonden veld dat 1000 keer per seconde een keer gewisseld heeft tussen plus en min. Elektriciteit in huis
bijvoorbeeld bestaat uit 50 Hz en wisselt dus 50 keer per seconde.
Tegenwoordig echter zijn er metaaldetectoren, normaal van het Puls-Inductie of PI principe, die beneden de 0,5 KHz ofwel 500 Hz werken. Zelfs nog lager
is mogelijk bij b.v de zogenaamde Magnetometer (later hierover meer) waarvan er veel op 1 tot 10 Hz werken ofwel 0,001 tot 0,01 KHz.
De VLF metaaldetectoren worden vrijwel uitsluitend genoemd wanneer men doelt op een zogenaamde Inductie-Balans metaaldetector vaak alleen voor hobby
gebruik bestemd. Maar zoals bovenstaand duidelijk wordt, vallen ook PI detectoren onder de term "VLF".
Transportband detectoren werken vrijwel uitsluitend volgens het Inductie-Balans of Puls-Inductie principe. Hierbij wordt de term VLF veelal vermeden.
De transportband Inductie-Balans of I.B metaaldetectoren opereren vaak in het frequentiegebied tussen 50 tot 150 KHz en soms tot enkele MHz
(1 MHz is 1000 KHz) De Transportband metaaldetectoren die volgens het P.I principe werken komen meestal uit op zo'n 500 Hz (of 0,5 KHz).
Het is dus verstandig de echte systeem benamingen te kennen met hun mogelijkheden zodat er een goed onderscheidt ontstaat. Laten we eerst eens stilstaan
bij de Inductie-Balans of I.B metaaldetector. Deze detector wordt als veld detector vaak verkocht als "DE" hobby detector en wanneer er een hobby detector
wordt besproken betreft het vrijwel alleen het I.B systeem.
Daarnaast zoals reeds genoemd bestaat er het Puls-Inductie of P.I systeem. Deze detector vindt zijn toepassing als veld detector meestal bij industrieel
gebruik of als transportband detector. Bodem onderzoekers, wegenbouwers en nog veel meer maken vaak dankbaar gebruik van dit systeem.
Daarnaast noemen we als laatste, ondanks nog een scala aan meerdere systemen, de magnetometer, een instrument dat verstoring van het aardmagnetisme kan meten,
veroorzaakt door meestal stalen objecten maar ook door zeer veel andere oorzaken (hierover later meer).
Wat voor soort Metaaldetector een............ of een ?
Het is dus van wezenlijk belang erbij stil te staan wat de hoofdzakelijke categorie wordt waarin men interesse heeft zodat men kan bepalen wat voor soort
metaaldetector er moet worden aangeschaft.
Een metaaldetector die voor "alle" doeleinden of categorieën geschikt is bestaat niet zoals reeds opgemerkt. Er zal altijd naar een compromis moeten worden
gezocht. Een veld detector voor het opsporen van zeer kleine objecten is bijvoorbeeld niet speciaal ontworpen om grote diepliggende objecten op te sporen
en andersom. Of een transportband detector b.v wordt afgestemd (afgeregeld) op het te onderzoeken product.
Motion, Slow-Motion en Non-Motion detectoren:
Met Motion, Slow-Motion of Non-Motion detectoren wordt het nu volgende bedoeld. Motion is de Engelse benaming voor beweging. Slow staat voor "langzaam" en
Non voor "geen".
De zoekschijf of sensor van een metaaldetector die volgens het Motion of Slow-Motion principe werkt moet te allen tijde in beweging blijven om een object te
kunnen waarnemen. Bij de transportband detector blijft het product constant in beweging zodat de sensor gefixeerd kan blijven. Dit type detectoren is over
het algemeen veel stabieler dan de
Non-Motion detector. De Non-Motion detector is echter normaal gesproken iets gevoeliger maar dit effect valt grotendeels weg omdat de gevoeligheid vaak
iets moet worden teruggenomen door de aan Non-Motion inherente grotere storingsgevoeligheid.
De Motion of Slow-Motion detector heeft als groot voordeel dat de zoekschotel, van veld detectoren, relatief dicht bij een metalen object zoals een tuinhek
o.i.d. kan speuren waarbij het ongewenste metalen object kan worden genegeerd, mits de juiste beweging"s richting van de zoekschijf wordt gekozen. Bij
de transportband detector zorgt de Motion functie voor een relatief kleine z.g. metaal vrije zone. De metaal vrije zone is het gebied rondom een detector
waar zich geen of een minimum aan metaal mag bevinden om de werking van de detector niet te beïnvloeden.
Een voordeel bij de Non-Motion transportband detector is dat wanneer de transportband stilvalt met het te detecteren metaal in de nabijheid van de sensoren,
dit object niet ogenblikkelijk wordt genegeerd. De detector blijft reageren zolang het object binnen de detectie range van de sensor ligt.
Bij Slow-Motion detectie zal de detector na enige tijd het object alsnog negeren.
Alle objecten die ten opzichte van de zoekschotel of sensor statisch zijn ofwel op exact dezelfde afstand blijven worden niet waargenomen. Bij veld
detectoren kan als voorbeeld een klein metalen voorwerp op de zoekschijf worden geplakt waarbij deze in eerste instantie kort wordt waargenomen maar
daarna meteen wordt genegeerd. Andere objecten die daarna de zoekschijf passeren worden wel waargenomen.
Het is door dit effect echter met een Motion of Slow-Motion detector onmogelijk zeer grote objecten continu waar te nemen aangezien dit type
metaaldetectoren zich inregeld op het object en het daardoor uitfiltert.
Vandaar dat in de Survey wereld bij het speuren naar o.a. scheepswrakken, opslagtanks in de bodem en andere grote objecten vrijwel uitsluitend gebruik
gemaakt wordt van Non-Motion detectoren.
Bij het voorbeeld van een scheepswrak kan een Non-Motion detector gedurende de gehele lengte van het wrak een signaal afgeven, meestal verzonden naar een
computer, zodat de contouren kunnen worden vastgesteld.
De verschillende systemen
Inductie-Balans ofwel I.B:
De I.B metaaldetector heeft zijn naam te danken aan het toegepaste systeem. Feitelijk werkt het systeem redelijk simpel. Om het niet al te technisch te
maken zullen we de zoekschijf vergelijken met drie magneten die als volgt zijn geplaatst. De linker- en rechter magneet zijn in een vaste opstelling
geplaatst (gelijmd). De middelste magneet is op een draaipunt in het centrum gemonteerd. Zolang de opstelling niet verstoord wordt zal de middelste magneet
exact in "balans" liggen.
Wanneer er echter een metalen voorwerp passeert, zal de middelste magneet plotseling uit balans raken en dit te meer naarmate het passerende object groter is.
De twee buitenste magneten blijven liggen omdat ze gefixeerd waren met lijm. Op een soortgelijke wijze werkt ook de I.B metaaldetector waarbij de beide
buitenste magneten de zend spoel vertegenwoordigen en de binnenste de ontvangst spoel. Het zal hierbij duidelijk zijn dat hoe groter het passerende voorwerp
is, hoe groter de draaiing van de magneet ofwel hoe groter het ontvangen signaal in de metaaldetector zal zijn.
Discriminator:
Het is met de I.B metaaldetector mogelijk onderscheid te maken tussen diverse metaal soorten. Vrijwel alle I.B metaaldetectoren zijn uitgerust met een
zogenaamde "discriminator". Door gebruik te maken van deze functie kunnen metalen objecten zoals spijkers, flesdoppen, medicijnstrippen, zilverpapier,
trekringen van blikjes en nog veel meer worden weggeregeld terwijl andere voorwerpen zoals munten, sieraden etc. wel worden gedetecteerd.
Deze functie werkt echter niet feilloos. Wanneer de fabrikant van zo'n metaaldetector de gevoeligheid niet met opzet gereduceerd heeft, zal de discriminatie
functie voor niet meer dan zo'n 60 tot 70 % nauwkeurig zijn. Dit betekent dat de metaaldetector zich voor 30 tot 40 % "vergist" met als gevolg het afwijzen
van gewenste en waardevolle objecten. Veelal heeft dit te maken met de vorm van het metaal, de hoek waaronder het voorwerp onder de zoekschijf passeert,
de grootte en nog veel meer.
Het heeft ook veel te maken met de afstand van het object tot de zoekschijf. Wanneer deze afstand groter wordt zal een gewenst object eerder worden afgewezen
door de dicriminator. Vandaar dat een enkele fabrikant ertoe is overgegaan de gevoeligheid van een metaaldetector te reduceren zodat alleen sterke signalen
ofwel objecten die dichter onder de zoekschijf passeren worden waargenomen. Dit resulteert in een verbeterde analyse door de discriminator, vaak tot zo'n 90 %
nauwkeurig, echter gaat dit gepaard met een sterk verminderd penetratie vermogen of dieptewerking.
In de praktijk blijkt dat het wenselijk is de discriminator zo min mogelijk te gebruiken. Dit omdat al vrij snel interessante voorwerpen onbedoeld worden
genegeerd door de detector.
Notch en het verschil met een discriminator:
Met de Notch functie is het mogelijk de metaaldetector zo af te regelen dat 1 metaalsoort of object wordt genegeerd of juist geaccepteerd. In een ideale
situatieschets worden bij "negeren" alle andere objecten geaccepteerd behalve het ingestelde object of metaalsoort. Bij "accepteren" wordt 1 metaalsoort of
object gedetecteerd en alle andere afgewezen.
Het grote verschil met een discriminator is dat de Notch in staat is 1 metaalsoort of object uit te filteren terwijl de discriminator als een soort
schuifregelaar werkt. Alle objecten die in het ingestelde discriminatie gebied liggen worden afgewezen. Dus hoe hoger de discriminator wordt ingesteld,
hoe meer metaal soorten of objecten worden genegeerd. Eigenlijk is een Notch dus ook een type discriminator, in de basisvorm alleen voor 1 metaalsoort
of object bedoeld.
Met de opkomst van o.a. DSP Digital Signal Processing is het mogelijk de Notch functie uit te breiden. Op de duurdere hobby detectoren is er daarom geen
sprake meer van een Notch of "filter" voor 1 metaalsoort of object maar vele tientallen. Zo is het daardoor theoretisch mogelijk alle ongewenste metaal
soorten of objecten uit te filteren zodat alleen gewenste objecten worden gedetecteerd.
De nadruk ligt hier op theoretisch aangezien ook de Notch functie een nauwkeurigheid bezit van zo'n 60 tot 70 %. In de praktijk betekend dit dat de Notch
net als de discriminator beter kan worden uitgeschakeld om te voorkomen dat gewenste objecten zoals b.v. zilveren muntjes, gouden ringen etc. worden gemist.
Deze voorwerpen worden veelvuldig afgewezen bij het gebruik van de Notch of discriminator. Alleen bij bodemsoorten die zwaar zijn vervuild met metaal delen kan een Notch en/of discriminator welkom zijn.
Exact in het tegenover gestelde tot de meeste andere Metaaldetectoren heeft de puls-inductie detector 1 enkele spoel. Bij deze technologie worden er korten,
sterke stromen (pulsen) door een spoel gestuurd met elke puls ontstaat er n magnetisch veld dat in de zandbodem kan doordringen wanneer de lage stroom door
de spoel wordt afgeschakeld zal het aanwezige magnetische veld niet gelijk wegvallen het aanwezigen spanning"s- veld wordt door de spoel opgevangen en de
sterkte hiervan wordt gemeten naderhand wordt een nieuwe puls uitgestraald/gezonden en het procedé herhaalt zich telkens met de meeste puls-inductie
detectoren gebeurt dit zo’n 100 keer per seconde; Wanneer de spoel zich exact boven een metalen voorwerp bevind zal door de eigenschappen van het metaal
een tegengesteld magnetisch veld ontstaan daardoor duurt het langer voordat de stroom in de spoel helemaal zal wegeppen /verlaten.
Je kunt het een beetje vergelijken met een geluid*s echo in een rots holte /ruimte: hoe meer rots wanden er in de ruimte zijn, hoe langer het zal duren
voordat de echo helemaal verdwenen is. Het metaal veroorzaakt dus een soort echo in de spoel,Binnenin de detector is elektronica aanwezig die de lengte van
de puls meet wanneer de puls langer duurt als verwacht, is er dus een metalen voorwerp onder de spoel aanwezig en deze extra tijd wordt gemeten tevens omgezet
in een hoorbare geluid/toon die naar de koptelefoon wordt gestuurd.
Deze puls metaaldetector heeft als nadeel dat hij niet goed onderscheid kan maken tussen verschillende metalen. Puls inductie detectoren die dat wel kunnen
zijn duur ernaast het stelt hoge eisen aan de elektronica. Een belangrijk voordeel is dat deze pulsdetector zich weinig aantrekt van de ondergrond mede ook
daarom wordt hij gebruikt in het zoute vakantie zeewater omdat deze met de zout mineralen erin voor een goede geleiding zorgt.
Een ander voordeel is dat deze onder water metaaldetector veel dieper gaat als de andere oudere types Analoge metaaldetector. Zelf zoek ik al jaren met
Puls inductie van White als ik met de weer aankomende periodes Spaans vakantie ga mede voor op n Zoutwater strand aldaar neem ik ook altijd mee de analoge
Metaaldetector. Namelijk de Surfmaster II van White met deze kan ik meer troep weg Discrimineren dat gaat met n Pulsdetector op elk strand maar n klein
beetje dus je spaait daar alles in op.
Het rare is al lopend in de Zwem zee plek en wel ongv vooraan aldaar een 20 meter van t droge strand af daar liggen minder ijzeren metalen o,a dunnen
scheepswrak spijkers deze zijn gewoon daarin met de tand des tijds weg geroest en zekers de bekende trekringen kom je ook in de zee overal tegen ik vind
het n genot om met de Puls te gaan Zee detecten alleen al de dieptegang die hij produceert , zekers heb je nu heden ten dagen naast t bekende Merk de;
White ook andere goeden Metaalldetector merken deze zijn allemaaal.Toppie dat was vroeger wel ff anders.
WEET JIJ NU AL WELKE METAALDETECTOR BIJ JOUWE PAST OM OOK BODEMVONDSTEN TE GAAN OPSPOREN?
Metal detecting museum
JOZEF WENST JE VEEEL TOEKOMSTIG PIEPERS SUCCES ERMEE