Godfried van Rhenen, alias Godfried van Utrecht.(bisschop van Utrecht 1156-1178.
Deze bisschop, benoemd op voorspraak van keizer Frederik 1 was uit ander hout gesneden dan zijn voorganger.
Hij bouwde rondom zijn gebied een ring van forten. Het kasteel Horst tegen de Geldersen, Montfoort tegen Holland,
Woerden tegen zijn eigen stad Utrecht en Vollenhove tegen de Friezen.
Omstreeks 1165 bouwde hij zijn burcht te Vollenhove, een zogenaamde motteburcht, die tot aan het einde van de
vijftiende eeuw dienst bleef doen als verblijfplaats van de bisschoppen.
Tijdens de stormramp van 1170, waarbij de Zuiderzee werd gevormd, verbleef bisschop Godfried van Rhenen in het
slot waaraan hij weinig plezier beleefd had. Na de ramp keek hij door de hoge ramen uit over een eindeloze
watervlakte die tot dicht bij de burcht opgerukt was. Hij moet zich deze gebeurtenis zo hebben aangetrokken
dat hij, van zielsverdriet in een uitterende ziekte verviel welke hem na weinige jaren ten grave sleepte.
In de herfst van het jaar 1170 stak er een zoo felle storm uit het noordwesten op dat de zeegaten
tot over de hoge duinen aan de Noordzee gedreven werden. Enorme watermassa's spoelden een
deel van het Graafschap Staveren weg.
Niet alleen ten noorden van het eiland Urk maar ook ten
zuiden daarvan ging veel land verloren. Westelijk van Vollenhove werd eveneens een ware verwoesting
aangericht: het hele gebied tussen de nog niet voltooide bisschoppelijke burcht tot ver voorbij het
voormalige eiland Schokland sloeg weg waarbij een derde van de landstreek verloren ging. Dorpen
en gehuchten verdwenen in de golven, veel mensen kwamen om. Het zoetwaterbekken Almere was
op slag een binnenzee geworden: uit het noodlot werd iets goeds geboren.
Godfried van Rhenen overlijdt op 27-5-1178 in Vollenhove. De dreiging uit voornoemde gebieden
bleek later reëel, zoals met name zijn opvolger, bisschop Boudewijn (1178-1196) aan den lijve
ondervond.