Three bronze in different shapes Dutch-Roman period cosmetic tampers. For making some lipstick out of plants.
Period: approx. 1st century - 4th century .
Different sizes: 30-35-36-mm..
Drie verschillende types Nederlands - Romeinse perioden cosmetische pletters of stampers voor het maken van verschillende
Gekleurde gezichts tooien b.v. Lippenstift doormiddel van sommige planten of vruchten te vermengen en te pletten kregen
Zij de gebruikelijke resultaten of voor hun tatoeages in stand te houden gebruikte men deze instrumenten voor hun ingrediënten..
Periode waarschijnlijk 1e-4e eeuws.
Lengte: 30-35-35 mm.
In de Romeinse tijd namen vrouwen potten mee met daar aan een koord vastgeknoopt en zo gingen ze vroeger altijd naar het badhuis.De slavin droeg meestal deze tassen.In de Middeleeuwen waren er nog geen zakken in de kleding.Daarom droegen ze altijd een tas om hen gordel of schouder als ze gingen reizen. Meestal was dat de geldtas of de bedelzak.De hoofse lieden droegen meestal 2 van deze tassen bij zich om de armsten of mensen in geldnood te helpen. Vroeger verkochten ze deze tassen ook al de markt het lijkt nog steeds op de tassen die wij nu dragen alleen toen werd het nog veel meer aan de gorden gedragen dan dat wij nu doen.Het waren best grote tassen en werden toen ook vaak geroofd. Daarom werden de buideltassen veelkleiner van formaat. Bij deze kleinere tassen werd vaak een stalen slot ingewerkt.Toen werden ze ook al van verschillende stoffen gemaakt.Het werd bijvoorbeeld gemaakt van leer of geborduurde stof.Er kwamen ook verschillende tekentjes op dat werd allemaal gedaan met kwasten of opgenaaide edelstenen.Er zijn nog maar weinig tassen van dit over.In de damestassen zaten meestal zakdoekjes of cosmetica producten.Als dit zakdoekje aan de ridder werd gegeven was dit een teken van liefde.Soms maakten ze ook kleine kistjes met handvaten eraan.Daar zaten meestal familie documenten in of speelkaarten in.Later in de Middeleeuwen werden er ook kistjes gemaakt met geheime vakjes waar ze ook bijbels of verborgen spiegeltjes in deden.
In de 17e eeuw werden er veel tasjes gemaakt van linnen.Er werd veel op geborduurd en er werden ook veel verschillende frutseltjes op gemaakt.In Engeland werd toen de eerste tas gemaakt waar je echt documenten In kon stoppen.In die eeuw werd het de gewoonte om 2 horloges om te doen.De één was van jezelf en de andere had je meestal van je partner gekregen.De wat duurdere horloges werden in een tasje gestopt die om je middel hing.Er werden niet alleen maar horloges in gestopt maar ook andere sieraden die heel duur waren. Ze waren meestal van goud of van zilver.Als je veel sieraden had hing er ook wel eens twee van die kleine zakjes om je middel heen. Maar dan wel onder de rok of je jurk.Toen waren er nog geen zakken die meteen op je jurk of brok werd genaaid.Ze leken een beetje op van die tasjes waar je geld in stopte.Van zulke tasjes zijn er nog een aantal te zien in enkele musea.De tasjes die in de musea liggen zijn vaak geborduurd met veel heldere kleuren bloemen. Zulke tassen (zakjes) werden vaak door jonge meisjes geborduurd.Dat was een goeie oefening om er handigheid in te krijgen.
In deze tijd werd het de gewoonte om al je dingen in doosjes te stoppen. Zoals sieraden maar ook stopen ze er nu sleuteltjes, schaartjes en handwerkgerei. Dit namen ze vaak mee als ze op reis gingen.
Toen de kleding in deze tijd anders werd.Ze waren niet meer zo bloot gekleed ze hadden dus meer kleren aan, werden de tasjes ook weer anders.De vrouw ging ook meer nadenken over de mode wat nu in was of juist niet.In van die vrouwen was Madame Tallien.Zij ontwierp een papieren tas van papier-maché.Deze tas had de vorm van een vaas.Zo werd de romeinse klederdracht meer compleet en de tassen pasten toen ook meer bij de kleding dan de kleding van vroeger.
Later in de negentiende eeuw werd dit ook echt gedragen.Eerst was het nog niet betaalbaar voor alle mensen, alleen de rijke mensen konden het betalen, maar nu konden ook de wat mindere rijke het betalen.Soms waren ze gemaakt van gelakt metaal en dan geschilderd in dekleuren geel, groen of grijs.De tas die eerst om de middel zat paste toen niet meer bij de kleding en het werd toen een handtas.Vanaf deze tijd is die losse handtas er altijd al geweest.Het is niet meer uit het beeld van de vrouw te denken.Tussen 1815 en 1850 konden de vrouwen ook zelf tasjes gaan maken.Het patroon stond in bladen zoals in Nederland het blad ‘Aglaja’Je kon er altijd zelf nog dingen bij verzinnen en het was ideaal.Ook van deze tijd zijn veel tasjes overgebleven.Het was meestal een erfstuk van de familie die telkens door werd gegeven.Maar soms waren ze zo slecht dat ze gewoon weer opnieuw gingen namaken.zo werden ze steeds mooier, duurder en steviger.Vaak waren ze ook gemaakt van leer, zo gingen ze lager mee dan de normale tas.Tussen 1850 en 1880 werd er een ander soort tas uitgevonden.Het was een koffer die ze gebruikten als ze gingen logeren.
Deze tassen werden hutkoffers genoemd.Ze waren meestal gemaakt van hout of van karton in combinatie met stevig leer.Er werden ook vaak sloten op gemaakt zo konden ze makkelijk tegen een stootje en er rolde niet van alles uit als je die tas per ongeluk lied vallen.Rond 1888 werden ook een soort koffers gemaakt voor hoeden.
Deze hoeden waren heel groot en ook allemaal gemaakt met de hand en dus ook heel duur.Door ze in deze koffers te stoppen gingen ze ook niet zo snel stuk.