ONE BRONZE DUTCH-ROMAN CHILDS RING WITH INPRINT OF TRHEE RINGS IN IT.
SHOWS THAT CUSTOME OF THE FAMILY THAT GIRLS OR BOYS WERE
WEARING RINGS IN THE ROMAN TIME ZONE, OR WERE THE PARENTS AT THESE TIMES SO SMALL ?
PERIOD: APPROX.-1th-4th CENTURY A.D.
DIAMETER INSIDE BRONZE RING 11 mm.
EEN NEDERLANDSROMEINSE PERIODEN BRONZEN (KINDERRING?) MET BOVEN
INPRINT VAN 3 RINGEN DE RING GETUIGT VAN EEN KLEINE MAAT DIAMETER NAMELIJK
11 MM. HET IS EEN GEGEVEN ALS JE 10 RINGEN OPPIEPT VAN DE NEDERLANDSROMEINSE
PERIODE ER 9 GETUIGEN VAN EEN KLEINE BINNENMAAT. DENK ZELF ONZE VROEGERE
LANDGENOTEN BEZATEN NEVEN KLEINE VOETEN OOK KLEINE HA........JUIST JA, U RAAD 'T OOK.
PERIODE WAARSCHIJNLIJK 1e-4e EEUW NA CHRISTUS.
Dat er Romeinse kinderen waren is bekend, maar vele mensen denken dat kinderen vooral mee moesten helpen met het werk van hun ouders en de tijd die ze naast dit werk overhadden naar school moesten. Dit is echter niet zo. Romeinse kinderen hadden ook de beschikking over opvallend veel soorten speelgoed. Veel speelgoed waar de kinderen tegenwoordig mee spelen, daar speelden de Romeinse kinderen ook mee.
Romeinse kinderen leren door te spelen alledaagse dingen. De meisjes leerden door poppen te verzorgen alvast om moeder te worden en de jongens leerde door zwaardgevechtjes met elkaar voor soldaat.
In dit verslag worden allerlei soorten speelgoed toegelicht en wordt er speciaal ingegaan op poppen. De planning was om ook nog een pop na te maken maar doordat ik mijn elleboog heb gebroken was dat niet meer mogelijk.
Romeinse kinderen
Ongeveer een derde van de Romeinse bevolking was kind.
Kinderen kunnen verdeeld worden in drie leeftijdsgroepen. Kinderen in de eerste leeftijdsgroep, kinderen van nul tot zeven jaar, werd de infantia genoemd. Ze kunnen vanaf de leeftijd van 6 of 7 jaar beginnen met leren of werken en gaan voor het eerst naar school. In de tweede leeftijdsgroep, jongens tot 12 jaar en meisjes tot 14 jaar, werden puerita genoemd. In deze eerste twee leeftijdsgroepen hadden de kinderen nog genoeg tijd om te spelen naast het leren of werken. Vanaf, bij de jongens 12 jaar en bij de meisjes14 jaar, gaan de kinderen over tot volwassenheid. Al hun symbolen uit de kindertijd worden geofferd.
Soorten speelgoed
Ook Romeinse kinderen hadden een grote keuze uit speelgoed waar ze mee konden spelen. Men zegt wel eens dat de ‘jeugd van tegenwoordig’ veel te verwend is, maar de Romeinse kinderen werden voor die tijd ook niet achtergesteld. Ze hadden genoeg om zich mee te vermaken.
Ballen werden zowel door volwassenen als kinderen gebruikt. Ook werden ze professioneel gebruikt, bijvoorbeeld door jongleurs of om mee te voetballen. Op een ‘sportstilleven” is een bal te zien met zwarte en witte vlakken, net als een voetbal.
De ballen uit de Romeinse tijd zijn goed bewaard gebleven, voornamelijk in Egypte. Meestal zijn deze gemaakt van textiel of leer voor de buitenkant, en haren voor de opvulling.
Botjes van de hielbeentjes van schapen en geiten werden gebruikt als bikkels. De bedoeling van het spel is dat je een van tevoren afgesproken handelingen uitvoert, nadat je een balletje omhoog hebt gegooid. Als de handelingen klaar zijn moet je het balletje weer vangen.
Ook zijn bikkels uitermate geschikt voor gokpelletjes vanwege de onregelmatige vorm van de botjes. Vaak worden de gokspelletjes met bikkels verbonden met volwassenen.
Dieren op wielen zijn regelmatig gevonden in kindergraven. Meestal zijn deze dieren gemaakt van terracotta of van hout. Maar niet alleen in kindergraven zijn dieren op wielen gevonden. Ook komt men vaak van deze beesten tegen tussen de vondsten in Romeinse steden in Egypte. Kenmerkende dieren uit die streek zijn paarden en vogels. De dieren hadden meestal een gaatje in de kop waar een touwtje doorheen heeft gezeten, waaraan je het beest kan voorttrekken.
Knikkers stammen ook al uit de Romeinse tijd, maar komen wel uit latere periodes. Eerst werken noten als knikkers gebruikt. Kinderen maakten een kuiltje in de grond en vanachter een lijn was het de bedoeling dat je je knikker in het kuiltje gooide.
Walnoten waren de meest gangbare noten die werden gebruikt.
De Romeinse baby`s hadden ook al rammelaars. Ze bestaan er in allerlei vormen en uit allerlei materialen. De meeste rammelaars zijn echter bolvormig en gemaakt van terracotta met bolletjes klei of steentjes erin. Sommige rammelaars hebben de vorm van een vrouwenborst, daardoor is te zien dat deze rammelaar voornamelijk door zuigelingen is gebruikt, maar rammelaars kunnen ook gewoon bolvormig zijn. Ook zijn er rammelaars in de vorm van allerlei dieren, zoals varkens en herten. Rammelaars zijn er ook in de vorm van mensen, maar de bolle vorm, waar de steentjes inzitten, blijft herkenbaar.
Speciaal voor de Romeinse jongens waren er ook speelgoedwapens en stokpaarden. Zo konden ze de strijd naspelen en, zoals de pop voor de meisjes een voorbereiding is op het verzorgen vaan haar eigen kind later, is het wapen en het stokpaard voor de jongen een soort van voorbereiding op misschien zijn ‘carrière’ in het leger.
Uit al deze soorten speelgoed valt wel te concluderen dat kinderen van nu nog steeds met speelgoed spelen waar Romeinse kinderen ook mee speelden. Sommige dingen veranderen, verbeteren, evolueren, maar speelgoed is voor alle tijden. Natuurlijk is ons speelgoed van andere materialen gemaakt, en vaak ook wat kindvriendelijker (minder scherpe kantjes). Toch zie je duidelijk de overeenkomsten.
Poppen
Het belangrijkste speelgoed voor de Romeinse meisjes was de pop. Deze popen zijn er alleen in vrouwelijk figuur. Spelen met een pop is een kinderversie van het zorgen voor personen. Dit is een typisch vrouwelijke bezigheid. Als de meisjes 14 jaar worden, worden de poppen gewijd bij het huwelijk als teken van het einde van de kindertijd van de meisjes.
Er is geen reden om aan te nemen dat alleen rijke meisjes (in Rome) met poppen speelden. Er zijn ook bescheiden poppen gevonden (o.a in Zwitserland).
Op 5 februari werd in Italië een pop van ivoor gevonden. Zij dateerde uit de 1e en 2e eeuw na Christus. Deze pop heeft een klein hoofd, smalle schouders maar toch brede heupen, kleine voeten, maar grote handen. De armen en de benen kunnen bij de gewrichten worden gebogen.
De “Romeinse Barbie”die werd gevonden naast het skelet van de Vestaalse Maagd Cossina in 1929, wordt gedateerd 193-211 na Christus. Men weet dit zo precies omdat bij de datering is gekeken naar het kapsel van de pop. Dit kapsel werd vergeleken met de kapsels van keizerinnen op munten. De poppen volgen namelijk altijd de trend van het moment. De pop heeft een langgerekt lijf, lange armen, lange benen en ze staat op hoge schoenen. Ook had de pop gouden sieraden (armbanden en een ketting) om. Deze pop kan tevens bewegen bij de ledematen.
De bekendste pop die is gevonden (1889) is Crepereia Tryphaena. Zij dateert uit de tweede eeuw na Christus. Eerst dacht men dat deze pop van hout was, maar na verder onderzoek bleek dat de pop gemaakt was van ivoor. De borsten en de heupen van de pop zijn vakkundig uitgewerkt, dat zie je niet bij alle poppen. Ze kan ook meerdere lichaamsdelen bewegen. Eerder genoemde poppen kunnen alleen bij de knieën, ellebogen en soms voeten bewegen, deze pop kan daarnaast ook in de liezen en schouders bewegen. De scharnieren zijn niet te zien als de ledematen gestrekt zijn.
Beweegbare poppen behoren tot het belangrijkste speelgoed in de Romeinse Tijd. Ook in de middeleeuwen zijn er poppen gevonden en zo vinden de poppen hun weg door de tijd tot nu aan toe. De pop is overigens geen Romeinse uitvinding. Ook de Egyptenaren en de Grieken speelden met poppen. Ook is de pop niet een speciaal westers stuk speelgoed, want ook in Afrika en Azië zijn er poppen gevonden. Ook vandaag de dag wordt er nog steeds met poppen gespeeld.