Afmeting: Divers
Periode: 0 tot 400 n.Chr.
The Roman medical aspect of that time and a few bronze
medical surgery tools and instruments, used by the surgeons in this Roman/Dutch period, Approximately 0-400 A.D.
Brons is het meest gebruikte materiaal omdat het makkelijk te smelten is, goed bestand is tegen roest en een
zeer mooi uiterlijk heeft, wat toch een belangrijke rol speelt voor een arts die steeds een goede eerste indruk
moet maken. Tin en zink worden in bepaalde hoeveelheden toegevoegd aan het brons. Wanneer sterkte
voorop staat, wordt meer zink dan tin toegevoegd, terwijl men, wanneer elasticiteit beoogd wordt, brons
gebruikt met meer dan vijftien procent tin.
Voor instrumenten die verondersteld worden stevig (zoals brandijzers en tangen)
of zeer scherp (zoals messen en zagen) te zijn, zal men ijzer gebruiken. Een groot
nadeel is dat dit metaal snel roest. Daarom zijn er relatief weinig archeologische voorbeelden
bewaard gebleven, waardoor men moeilijk de reële aanwezigheid van dit metaal kan inschatten.
De antieke literatuur informeert ons over de verschillende soorten ijzer, afhankelijk van de bewerking,
namelijk smeedijzer, gegoten ijzer (eerder zeldzaam) en staal. Dit lijkt een anachronisme, maar minstens
vanaf Galenus wordt een soort staal gebruikt voor scalpels, zodat die niet snel bot worden of verbuigen wat
desastreuze gevolgen kan hebben tijdens een operatie.
Goud en zilver worden gebruikt voor de vervaardiging van instrumenten voor zeer rijke artsen en
voor oculisten. Minder gegoede medici kunnen hun bronzen instrumenten laten overtrekken met
bladgoud of -zilver om indruk te maken op hun klanten. Daarnaast kan men ook imitatiezilver produceren
Messing of geelkoper lijkt veel kostbaarder dan gewoon brons, maar qua technische kwaliteiten is er weinig
verschil.
Steen wordt gebruikt voor oculistenstsempels en wrijfplaatjeS. Vooral steensoorten met een
bladige structuur, zoals leisteen, zijn geliefd. Daarnaast komt ook marmer veel voor.
Tenslotte treft men zelden instrumenten in vergankelijke materialen aan, zoals hoorn, been en ivoor
en daarnaast hout.
Nederlands | Latijn |
Anaal speculum, dilator | Speculum ani |
Beenciseel | Scalper |
Beenhevel | Elevatorium |
Beitel | Scalprum planum |
Blaaststeenhaak | Uncus |
Brandijzer | Ferrum caudens, ferrum candens |
Embryohaak | Uncus |
Haak | Hamus |
Hulsje | Theca vulneraria |
Katheter | Fistula |
Klem | Vulsella, volsella |
Klisteerspuit | Clyster |
Laatkop | Cucurbita ventosa, cucurbitula |
Lancet | Phlebotome |
Lepelsonde | Cyathiscomela |
Naald | Acus |
Oculistenstempel | Signacula ocularium |
Oorsonde | Oricularium specillum, auriscalpium |
Pincet | Vulsella, volsella |
Scalpel | Scalpellus, scalper, culter |
Pincet | Vulsella, volsella |
Schaar | Forfex |
Sonde | Specillum |
Spatel | Spatula |
Spatelsonde | Spathomela |
Tang, uvulatang | Forceps, staphylagra, staphylocaustes |
Trepanatiekroon | Modiolus |
Vaginaal speculum | Dioptra, speculum magnum matricis |
Vijl | Scalper excisorius |
Zaag | Serulla |