Above a piece of a bronze knife made in the Latène period or the bronze age.
Below some different Dutch names for other blades. The first knife started and makes them in the paleolithicum time for more than 2 million years ago to cut something in it or to slaughter somebody .or ..........
The total bronze Latène blades length = exactly 10 cm or 100 mm
Time period approx. 300 b.c.
Een fragment Latène of brons tijd lemmet gevonden uit de inheems – Nederlandse – Latène Romeinse perioden .
De totale lengten bedraagt 10cm
Periode waarschijnlijk 300 b.c.
De mens begint simpele gereedschappen te maken in het Stenen tijdperk. Als eerste gebruikte hij materialen als hout, beenderen en horens en pas later ontdekte men het hardere vuursteen. Als de steenklopper een mes ging maken nam hij een stuk vuursteen en een klopsteen. Met behulp van de klopsteen slaat hij steenschilfers van het grote blok vuursteen. Hoe meer ervaring de steenklopper had, hoe beter en bruikbaarder de steenschilfers werden.
Het Paleolithicum of ook wel de oude steentijd bevat de tijd van 2,5 miljoen jaar tot tien duizend jaar geleden. De oudste stenen voorwerpen worden gevonden in Ethiopië en Tanzania. In dit tijdperk werd voor het eerst de scherpe rand van de steenschilfers gebruikt.
Dit tijdperk loopt van 10.000 tot 5000 v.Chr. en loopt samen met het einde van de ijstijd. Er kwamen steeds meer gereedschappen bij, speciaal toegespitst op een bepaalde taak, zoals naalden, haken, pijlpunten en voorwerpen die mogelijk te maken hadden met het geloof. Ook maakte men nu voor het eerst werktuigen die nodig waren voor de landbouw.
Het Neolithicum is het tijdperk van 5000 tot 3000 v.Chr. De mens ging vee houden en landbouw bedrijven. Het mes werd nu vooral gebruikt voor het dagelijkse leven, o.a. voor het prepareren van geslachte dieren, om de gewassen mee van het land te halen en om mee te koken.
In dit tijdperk, dat van 3000 tot ongeveer 1000 v.Chr. loopt, leerde men het metaal brons te bewerken. Het werd vooral gebruikt voor bijlen, speer- en pijlpunten en messen. Brons was veel minder breekbaar dan steen. Door handel konden volkeren in Europa aan het koper en tin komen om hun brons mee te vervaardigen. In Europa verschijnen de eerste echte messen in de Urnenveld periode (midden bronstijd), met een eensnijdend metalen lemmet, bevestigd aan een handvat van brons, hout of gewei. Hiervoor werden dolken gebruikt, met een symmetrisch twee-snijdend lemmet.
Rond 1000 v.Chr. gebruikte men in het Midden-Oosten al ijzer. De Hallstatt-cultuur verspreidde rond 800-500 v.Chr. het gebruik van ijzer in Europa. Gedurende deze periode werden brons en ijzer naast elkaar gebruikt. In de late ijzertijd had ijzer het brons voor messen volledig vervangen. Metalen messen bleven echter schaars en er werd door de minder rijken nog steeds veel gebruik gemaakt van vuurstenen afslagen als snijgereedschap.
Met de komst van de Romeinen werd ijzer, en dus ook messen, in veel grotere hoeveelheden geproduceerd en ontstond een grotere variatie aan specialistische messen.