Lijkt op een Romeins lepeltje, maar schijn bedriegt!
De vormgeving van deze lepel komt sterk overeen met lepels uit de Romeinse periode. Deze lepel bevat het opschrift "EPNS" met punten tussen de letters. In de Romeinse periode periode werden er echter geen punten tussen de letters gebruikt. Daarnaast blijkt EPNS te staan voor "Electro Plated Nickel Silver". De lepel is vermoedelijk rond 1900 gemaakt.
Totale lengte van de koperen lepel: 12 cm.
Het gebruik van lepels in de oudheid
De wieg van de
lepel begon in de vroege bronstijd voor de gewone man
Men zocht naar 'n mooie dikke tak en begon die te bewerken tot een gereedschap waarmee
Men kon roeren, prakken, proeven, eten voor in hun grote bronzen
kookpotten die men in deze tijden had. Tevens begon men te pionieren in goedkope keuken
accessoires zoals:
houten nappen en kommen,potten, pannen te maken voor hun inbus. Er bestond
al een eenheid en rangorde in de tribe omgeving waarin diverse producten
geëvolueerd werden en versneld de luxe in opkomst was. Eenieder was een terdege
jager en bij de familie-houtvuren werd genast in alle uitgeprobeerde
smaken en sappen en werd telkens herhaald wat goed voor consumptie
was. In feite werd dit door de oudsten door verteld en met de
paplepel doorgegeven aan hun opvolgers. De vork kon men toen nog niet, daar
men ten alle tijden een mes bij zich droeg, en daar mede iets van eten
aanpikte en dit met hun handen nuttigden. Ook al in die perioden van
uitproberen van hun eten kwam men met verse soep op de proppen waarin
de meeste onder hen zich ontpopten in het eten met deze houten lepels
en niet de nap leeg slurpten offffff.....
Met hun vieze stinkende handen die men nooit wasten ook niet na afloop
van darmen en blaaslozing. Je kon zeggen het steriele eten was ook geboren
door alles te koken en te verhitten. Het eten met deze houten items had
ook z'n voordeel dat dit na het eetgebeuren niet ging corroderen het was dus
minder bewerkbaar en de gerandsioneerde etensporsies werden afgemeten.
Kortom het gezinsgeluk kon niet op, in alles de betere vooraanstaande
families die hadden al betere kwaliteiten van bestek, pannen en potten.
Deze waren namelijk alle van brons.
Er vonden vernieuwingen plaats, met en door het paard kon men zich beter
verplaatsen qua afstand en lag er veel meer binnen handbereik. Men vond of zag
ergens anders weer een betere kwaliteit die men thuis of onderweg dan namaakte.
Pas in de latere bronstijd werden de lepels en andere gereedschappen vernieuwd of verbeterd.
De Kelten waren hier goed in geïnformeerd in 't maken van tal van bronzen,
koperen en messing producten die ze onderweg in hun veroveringen van veel
landen gezien hadden. Bijvoorbeeld in Griekenland waar men ook al in grote
luxe leefden.
Deze Keltische smeden waren terdege goede vaklieden die niet voor grote
uitdagingen uit de weg gingen.
Deze lepels werden vrij veel gebruikt in tegenstelling tot vorken, deze
laatste kon men niet in die periode. De latere lepels werden gewoonlijk
gemaakt van koper, brons, verzilverd, of geheel van zilver en waren in veel
huishoudens verschillend in gebruik. Daarbij had men ze in verschillende
kom- bakvormen zoals peervormig of ovaal, rond en/of met lange of korte steel.
Afhankelijk van het menu hierboven ziet u een koperen lepel voor 't nuttigen van
eieren en verschillende soorten van rivier of zeevis. Kenmerkend is de korte
scherpe steel die dienden om te fileren en de visgraat er mogelijk goed uit te
halen en bij gevogelte zoals fazant, patrijs, duif enz. de botjes te verwijderen.
De naam toentertijd van deze lepel was in het Latijn -----cochlear------z'n tijd
kan men plaatsen 3e-4e eeuw na Christus. Een andere soort, tijdgenoot
lepel namelijk 'n verzilverd exemplaar kan men zien hier op deze website
op Romeins en wel bij foto nr. 390 de middelste bovenste lepel.
Kortom de vork was het mes in deze lange donkeren jaren van 't olielicht
en kampvuur.
Terug