prehistorische pijlpunten

Prehistorische pijlpunten

Different sizes of Dutch Roman-time spear and arrowheads eye finds and....from stone and bronze out the Neolithics and the bronze age also the bronze one's from the Latenè period and all for one kind of purpose ......yes for killing somebody ---may I have also one steak full with tobasco and medium baked and fried off a mammoth please from the front feet.

Verschillende types en lengtes van stenen speer punten - lansen en stenen bronzen pijlpunten gebruikt voor een doel. Door deze bange jaren heen voor het doden van een tegenstander of voor zijn eetgewoontes de meeste zijn oogvondsten.

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Bogen uit de oudheid

Er zijn in Europa aanwijzingen voor het gebruik van bogen gevonden die teruggaan tot 8000 of 9000 voor Christus. Het gaat hierbij om Ahrensburgcultuurvondsten in het Stellmoor bij Hamburg; hierbij werden al goed ontwikkelde pijlen gevonden bestaande uit een punt met een losse voorschacht en een hoofdschacht, die dus waarschijnlijk al een aanzienlijke ontwikkelingsfase achter de rug hadden. Dit zijn waarschijnlijk de oudste zekere bewijzen in de wereld. Helaas zijn ze in de Tweede Wereldoorlog bij een brand verloren gegaan.

De oudste bogen zijn gevonden in Denemarken (Holmegaard-moeras) in de jaren 40 van de vorige eeuw; enkele iepenhouten bogen die met behulp van koolstofdatering op ca. 8000 voor Christus zijn gedateerd, en die gezien de functionele vormgeving ook al uit een langer durend ontwikkelingsproces moeten zijn ontstaan. De oudste in Nederland gevonden boog was gemaakt van iepenhout en stamt ongeveer uit de periode 5500-5300 voor Chr. (Hardinxveld-Giessendam, opgraving 1997-98). In Engeland is een boog gevonden van ca. 3800 voor Christus. Ook de ijsmummie Ötzi (ca. 3200 jaar v Chr.) had een boog bij zich. Uit recent onderzoek bleek dat hij zelfs mogelijk door een pijl is gedood. In Israël is in 1993 een grot ontdekt met een ca 6000 jaar oud graf (cave of the warrior) waarin ook een bij de begrafenis ritueel gebroken boog van een jonge olijftak lag, de oudste bekende boog van het dubbel-convexe type. Ook lagen er enkele pijlschachten van riet en olijfhout, zonder de punten.

Rotstekeningen getuigen van het feit dat de vroege mens veel heeft geëxperimenteerd met verschillende boogvormen. In Spanje (Les Dogues en in de cueva de los Caballos) zijn ca 10.000 jaar oude rotstekeningen gevonden waarop onmiskenbaar met pijl en boog wordt geschoten. In Les Dogues schieten op tekeningen mensen met pijlen op elkaar. Grottekeningen zijn echter meestal moeilijk exact te dateren.

In Nederland is de oudst bekende indirecte aanwijzing een stukje steen met groeven dat mogelijk diende voor het bijwerken van pijlen, dat ca 11.000 jaar oud is, maar zeker geen hard bewijs mag worden genoemd.

Pijlpunten zijn in vele vormen en maten uit de prehistorie bekend maar het is niet altijd makkelijk om uit te maken of een gegeven punt op een speer, een pijl of op een geworpen pijl zal hebben gezeten. (In vele culturen werd na de speer, maar voor de pijl en boog, gebruik gemaakt van speerwerpers, stukken hout die de arm verlengen en waarmee lichte speren - of zware pijlen - werden gegooid.) Het lijkt bovendien waarschijnlijk dat pijl en boog al voordien zonder stenen pijlpunten zijn gebruikt, met b.v. in het vuur ietwat geharde houten pijlpunten, dus de boog zal ouder zijn dan de oudste gevonden stenen pijlpunten.

In Australië is de boog helemaal niet gebruikt; in Amerika pas relatief laat, ca 1000 jaar voor Christus of nog een paar honderd jaar later; het lijkt dus waarschijnlijk dat de mensen die Amerika meer dan 10.000 jaar geleden koloniseerden vanuit de landbrug over de Beringstraat in de ijstijd geen bogen gebruikten.

De meest eenvoudige bogen werden gemaakt uit één stuk hout. Om breken te voorkomen was het daarbij van belang dat de houtnerven aan de rugzijde (de kant het verst van de schutter verwijderd) van de boog ononderbroken van boven naar beneden liepen. Er waren verschillende manieren om dat te bereiken, waaronder het volgen van één enkele groeiring. Ook kon de rug van de boog versterkt worden met een materiaal dat niet snel brak, zoals pees of ongelooide huid. Dit waren de eerste composietbogen. Taxushout nam wat dat betreft een bijzondere positie in, omdat zowel het kernhout als het spinthout waardevolle eigenschappen bezit voor een boog. Het tegen compressie bestendige kernhout was naar de schutter toe gekeerd, en het rekbare, elastische spinthout wees naar voren, zodat een soort composietboog ontstond die toch uit 1 tak kon worden gemaakt.

Middeleeuwen

In de vroege Middeleeuwen gebruikte men de kruisboog. In het begin van de 14e eeuw werd in Wales de longbow uitgevonden, die een groter bereik had (tot 250 m) en waarmee men tot 10 pijlen per minuut kon afschieten, vijfmaal zoveel als met de kruisboog. Hoewel de kracht waarmee de pijl binnendrong op grote afstand kleiner was dan bij de kruisboog, kon het grote aantal afgevuurde pijlen de tegenstander wel afschrikken.

Door het toepassen van de handboog hadden de Engelsen een groter overwicht op de Fransen in de slag bij Sluis (1340).

Soms, als men zich voorbereidde op een aanval op een kasteel, burcht of andere vestigingsplaats, werden speciale pijlen gemaakt met achter de pijlpunt een soort reservoir van metaal. Daarin werden gloeiende kolen gestoken en als de pijl door de lucht vloog, werden de kolen aangewakkerd. Hierdoor kon een pijl op kleine schaal brand doen ontstaan, maar een salvo van brandende pijlen zorgde voor hevige branden. Hierdoor moesten de aanvallers hun troepen opsplitsen: de branden moesten geblust worden terwijl de bestorming verderging.







 Terug