Met inprint langs rand en in 't midden vijf rondjes inprint
Bevestigingsgaten zitten ook aan bovenkant.
Rand voor eventueel ophang ogen met kettingen naar boven.
Voor 'n handbalansje......c.q. weegschaaltje 't pannetje is uit één
Stuk gedreven............
Materiaal: gedreven rood koper.
Diameter: 85 mm.
Period approximately: 200-450 A.D.
De Romeinen introduceerden ook hun maten en gewichten in ons land. Zij gebruikten daarvoor een twaalftallig stelsel,
gebaseerd op de Romeinse pond (libra) van 327,45 gram. Augustus bepaalde dat in het hele rijk de munten, maten en
gewichten van Rome golden. De eenheid die hierdoor ontstond had een positief effect op het handelsverkeer.
De Romeinen kenden de weegschaal met gelijke armen en twee schalen, de balans, maar het meest gangbare
type weegschaal was de unster. Deze weegschaal komt uit de Rijn bij Doorwerth. Het type werd pas in de eerste
eeuw v.Chr. uitgevonden, en heeft armen van ongelijke lengte. Wat gewogen moest worden werd aan de kortste
arm bevestigd. Door het verschuiven van een lopend gewicht aan de lange arm werd het gewicht van de handelswaar
bepaald. Het grote voordeel van de handzame unster was de grotere snelheid waarmee gewichten bepaald konden
worden. Loden gewichten waren vaak rijk versierd, zoals deze met een buste van Minerva.
Doorwerth, 50 - 100 na Chr., h. ca. 65 cm
Met de komst van de Romeinen deden ook Romeinse maten en gewichten hun intrede in ons land. Keizer Augustus
had omstreeks het begin van de jaartelling bepaald dat in het hele rijk de munten, maten en gewichten van Rome golden.
Overal in het imperium werden van staatswege ijkwezens opgericht om de gebruikte maatstokken, weegschalen en
gewichten te ijken en te controleren. De eenheid die hierdoor in het hele rijk ontstond kwam het handelsverkeer zeer
ten goede. De Romeinen kenden natuurlijk de weegschaal met gelijke armen en twee schalen, de balans, die reeds
bij de Egyptenaren in gebruik was. Wegen geschiedde bij de balans door op de ene schaal gewichten te leggen en op
de andere handelswaar totdat beide schalen in evenwicht waren.
Het hier afgebeelde type weegschaal, de unster, was echter bij de Romeinen het meest gangbare. Deze weegschaal,
die pas in de 1ste eeuw v.Chr. werd uitgevonden, heeft armen van ongelijke lengte. De te wegen handelswaar werd
aan een haak opgehangen aan de kortste arm of op een schaal gelegd die aan de kortste arm was bevestigd.
Door het verschuiven van een 'lopend' gewicht aan de lange arm, werd het gewicht van de handelswaar bepaald.
Het voordeel van de unster boven de balans was in de eerste plaats de grotere snelheid waarmee gewichten
bepaald konden worden. Men hoefde alleen het lopende gewicht te verschuiven totdat er evenwicht was en dan
kon het gewicht direct afgelezen worden van de schaalverdeling die op de lange arm van de unster is aangebracht.
Bovendien was de unster veel handzamer. Eén lopend gewicht was voldoende, terwijl voor de balans een hele set
gewichten nodig was. Om het weegbereik van de unster zo groot mogelijk te maken zijn aan de korte arm twee of
drie haken op verschillende plaatsen aan gebracht. Met de haak waarmee men de unster ophield correspondeerde op
de lange arm een schaalverdeling. Lichte zaken werden gewogen door de unster op te houden aan de haak die het
dichtst bij het midden van het apparaat zat; de zwaarste zaken werden gewogen door de unster op te houden aan
de haak die het dichtst bij het uiteinde zat.
De Romeinen gebruikten bij het wegen een twaalftallig stelsel. De eenheid was de libra, de Romeinse
pond die 327,45 gram weegt.
Deze bronzen unster is voorzien van een schaal waardoor het apparaat geschikt is om losse handelswaar te wegen.
Met het gewicht van de schaal is reeds rekening gehouden bij de schaalverdeling. Aan de twee losse, afgebroken kettingen
hingen oorspronkelijk ogen of haken om de weegschaal omhoog te houden. De unster heeft twee schaalverdelingen.
Houdt men hem omhoog aan de ketting het dichtst bij het midden van het apparaat dan kunnen gewichten worden afgelezen
van 0 tot 9 pond (= 2947,05 gram). De ponden zijn aangegeven in Romeinse cijfers, de halve ponden door gepuncteerde
schuine streepjes midden tussen de ponden in, de unciae zijn aangegeven door reeksen van telkens vijf kleine puntjes
tussen de hele en halve ponden in. Zo komt men, de aanduidingen voor hele en halve ponden meegerekend, exact tot 12
unciae per pond. Houdt men de unster omhoog aan de ketting het dichtst bij het uiteinde van het apparaat dan kunnen
gewichten worden afgelezen van 10 (= 3274,5 gram) tot 30 pond (= 9823,5 gram).
Deze unster is in 1895 tevoorschijn gekomen bij baggerwerkzaamheden in de Rijn bij Doorwerth (Gld.) tegelijk met
een grote hoeveelheid bronzen vaatwerk en phalerae. De beide 'lopende' gewichten (h. 6 en 7 cm) bestaan uit een
omhulsel van brons, opgevuld met lood. Ze zijn tegelijkertijd op dezelfde plaats gevonden. Het is dus goed mogelijk
dat ze bij de weegschaal horen. Het ene gewicht heeft de vorm van een eikel. Het weegt 328 gram, dat is ongeveer
1 Romeinse pond. Het andere gewicht, met het patroon van een voetbal, weegt 752 gram. Dat is iets minder dan 2
Romeinse pond en 4 unciae. De schaal kwam overigens pas twee jaar later ongeveer op dezelfde plaats boven water.
Dat de schaal bij de unster hoort, staat vast op grond van het feit dat aan beide delen van kettingen zaten die op precies
dezelfde wijze waren gevlochten. Door de begeleidende vondsten wordt deze unster in de tweede helft van de 1ste
eeuw na Chr. gedateerd.
Nijmegen, h. 7cm.
Het loden gewicht (h. 7 cm) is versierd met een bronzen buste van de godin Minerva, herkenbaar aan de helm op haar hoofd.
Het gewicht weegt 553,7 gram, dat is iets minder dan 20 Romeinse unciae (545,8 gram). Het is afkomstig uit de kunsthandel.
Volgens de verkoper zou het gevonden zijn te Nijmegen.